De draagbare brandblustoestellen moeten geschikt zijn voor gebruik op een voertuig en moeten voldoen aan de desbetreffende voorschriften van EN 3 Draagbare brandblustoestellen, deel 7 (EN 3-7:2004 + A 1:2007).
Indien het voertuig voor het bestrijden van een brand in de motor voorzien is van een niet verplaatsbaar, automatisch dan wel eenvoudig in werking te stellen brandblusapparaat, is het niet nodig dat de draagbare brandblusser voor het bestrijden van een brand in de motor geschikt is.
De blusmiddelen moeten van dien aard zijn dat zij in de bestuurderscabine of onder invloed van de hitte van de brand geen giftige gassen kunnen ontwikkelen.