Bescherming aan de achterzijde van MEMU's
Aan de achterzijde van het voertuig moet over de volle breedte van de tank een stootbalk, voldoende bestand tegen stoot van achteren, zijn aangebracht.
Tussen de achterwand van de tank en de achterzijde van de stootbalk moet zich een vrije ruimte bevinden van ten minste 100 mm (deze vrije ruimte moet worden gemeten vanaf het achterste punt van de tankwand of vanaf uitstekende armaturen of appendages die met de vervoerde stof in contact staan).
Voor voertuigen met een kiepend reservoir met achterlossing is geen stootbalk vereist, indien de armaturen aan de achterzijde van het reservoir zijn voorzien van een beschermingsmiddel dat het reservoir op dezelfde wijze beschermt als een stootbalk.
Opmerking: Deze bepaling is niet van toepassing op MEMU's waarvan de tanks voldoende beschermd zijn tegen botsingen aan de achterzijde door andere middelen, bv. machines of buizen die geen gevaarlijke goederen bevatten.